+ Arbeidsmarkt & Onderwijs

Het is voor werkgevers complex om met statushouders te werken

Statushouders bieden veel potentie om te werken als vakmensen in de energietransitie. Het opschalen van leerwerktrajecten met deze doelgroep blijkt echter complex. Dit komt onder andere doordat het contact met hen via verschillende gemeenten loopt, waardoor het wervingsproces gefragmenteerd is en weinig oplevert. Daarnaast zorgen verschillen in taal, zowel algemeen als vaktechnisch, en culturele verschillen voor uiteenlopende problemen die de instroom bemoeilijken.

Het ontbreekt aan lerend vermogen in en over wijken

Het leren van projecten in wijken is op veel plekken niet goed geborgd. Hierdoor worden geleerde lessen niet gedeeld met andere wijken, waardoor vaak opnieuw het wiel moet worden uitgevonden.

Dit leidt tot vermijdbare fouten, vertragingen in de uitvoering, gemiste kansen en onnodige kosten.

Het is lastig voor ‘fixers’ om door te stromen in de energietransitie

Verschillende fixbrigades en klusteams zijn in Nederland actief om energiebesparende maatregelen te nemen bij huishoudens die in (energie)armoede leven. Voor deze fixbrigades en klusteams worden mensen geworven en d.m.v. een korte training klaargestoomd voor allerhande werkzaamheden, zoals het uitvoeren van basis isolatie werkzaamheden (bijvoorbeeld tochtstrips, deurborstels) tot aan in sommige gevallen het + waterzijdig inregelen van CV-ketels.

Er wordt momenteel geen aandacht besteed aan de doorstroom naar de arbeidsmarkt, terwijl deze behoefte er wel is bij personeel van fixbrigade-achtige initiatieven en bij technische branches die hebben te kampen met een enorm personeelstekort.

Werkzoekenden weten vaak niet welke mogelijkheden er zijn in de energietransitie

Werkzoekenden die interesse hebben in de energietransitie zijn zich vaak niet bewust van de mogelijkheden in deze sector. Dit gebrek aan informatie verkleint de kans dat ze daadwerkelijk een baan vinden in een van de betrokken sectoren. Beter inzicht in de beschikbare functies en benodigde vaardigheden zou de instroom naar deze sectoren kunnen vergroten en helpen om het tekort aan vakmensen op te lossen.

Starten met zij-instroom is voor veel werzoekenden en bedrijven complex

Zo'n 70% van de personeelsvraag voor de uitvoering van de energietransitie in de gebouwde omgeving zal uit zij-instroom moeten komen. Maar onderzoek door onder andere Wij Techniek wijst uit dat de helft van de zij-instromers de sector binnen twee jaar verlaat. Werken met zij-instromers kan daardoor minder aantrekkelijk zijn voor werkgevers. Een strenge voorselectie, intensieve begeleiding op de werkvloer en mogelijkheden voor doorontwikkeling voor de werknemer kunnen oplossingsrichtingen zijn. Maar aangezien zij-instroom voor veel werkgevers nog onbekend terrein is, ontbreekt het hen soms aan de nodige kennis, kunde en begeleiding over de juiste aanpak.

Verspreiden van nieuwe opleidingen gaat niet vanzelf

Er worden verschillende nieuwe opleidingen ontwikkeld voor de energietransitie in de gebouwde omgeving. Het verspreiden ervan komt niet automatisch tot stand in de huidige structuren. Daarbij stuiten organisaties vaak op een ‘kip/ei-probleem’; een opleiding moet namelijk worden aangeboden om mensen in te kunnen laten stromen, maar er moet ook instroom zijn om de opleiding aan te kunnen bieden.

Er zijn veel vakkrachten nodig bij het verzwaren van een meterkast

Voor het overstappen op inductiekoken, elektrisch rijden en verwarmen met (hybride) warmtepompen is vaak een verzwaring van de meterkast nodig. In het slechtste geval zijn hiervoor vier monteurs nodig: een gasinstallateur, een elektricien, een gasmonteur en een elektromonteur van de regionale netbeheerder. Dit is inefficiënt, vooral gezien de grote personeelstekorten.